Ook een aanzegvergoeding als de werknemer zelf aangeeft zijn arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd niet te willen verlengen?
Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft op 8 mei 2018 antwoord gegeven op deze vraag.

De kwestie

Een werkneemster van een tandartspraktijk heeft een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd, voor de duur van zes maanden. Ongeveer twee weken voordat haar arbeidsovereenkomst eindigt, neemt de werkneemster ontslag. Enige tijd later maakt ze bij haar werkgever aanspraak op de aanzegvergoeding. Hoewel de wet dit voorschrijft, heeft de werkgever de beëindiging niet aangezegd. De aanzegplicht houdt in dat de werkgever een werknemer uiterlijk één maand voordat een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd van rechtswege eindigt, schriftelijk moet informeren of de arbeidsovereenkomst wel of niet wordt voortgezet. 
 
De werkgever weigert in deze kwestie de aanzegvergoeding te betalen en de werkneemster stapt naar de kantonrechter.

Het vervolg

De kantonrechter stelt de werkneemster in het gelijk: de werkgever moet de aanzegvergoeding, die één maandsalaris bedraagt, aan haar betalen.

Het hoger beroep

De werkgever is het met de uitspraak van de kantonrechter niet eens en stelt hoger beroep in. Het Gerechtshof buigt zich vervolgens over de vraag of de werkneemster recht heeft op de aanzegvergoeding. In hoger beroep stelt de werkgever dat er ruim één maand voordat de arbeidsovereenkomst van rechtswege zou eindigen een gesprek zou hebben plaatsgevonden met de werkneemster, waarin de werkgever heeft voorgesteld om de arbeidsovereenkomst onder dezelfde voorwaarden voor de duur van twaalf maanden voort te zetten. De werkneemster zou met dit voorstel hebben ingestemd. De werkneemster betwist dit. De werkgever wil bewijzen dat het gesprek en het voorstel hebben plaatsgevonden.

Het Gerechtshof gaat aan het bewijsaanbod van de werkgever voorbij en overweegt dat de wet duidelijk aangeeft dat de werkgever uiterlijk één maand voor de beëindiging van de arbeidsovereenkomst schriftelijk moet aangeven of deze wel of niet wordt verlengd. Het doel van deze bepaling is namelijk dat de werknemer duidelijkheid krijgt en tijdig op zoek kan gaan naar ander werk, als de arbeidsovereenkomst niet wordt verlengd. Volgens het Gerechtshof had de werkgever duidelijkheid kunnen verschaffen door het gesprek met de werkneemster schriftelijk te bevestigen. 

“De wet geeft duidelijk aan dat de werkgever uiterlijk één maand voor de beëindiging van de arbeidsovereenkomst schriftelijk moet aangeven of deze wel of niet wordt verlengd.”

Omdat de werkgever niet aan de aanzegplicht heeft voldaan, veroordeelt het Gerechtshof de werkgever om de aanzegvergoeding aan de werkneemster te betalen. Niet alleen moet de werkgever nu het netto equivalent van € 1.274,32 bruto betalen, maar de werkgever wordt ook nog veroordeeld in de proceskosten van € 2.100,--!

Conclusie

Het is duidelijk dat het voor een werkgever van groot belang is om altijd, uiterlijk één maand voor het eindigen van de arbeidsovereenkomst, schriftelijk aan de werknemer te laten weten of de arbeidsovereenkomst wordt verlengd of niet. Daarmee kan worden voorkomen dat een werknemer aanspraak kan maken op de aanzegvergoeding. 

Heeft u een vraag over dit blog of wilt u worden geadviseerd over de aanzegplicht, neem dan contact met ons op. Dit kan via de contactbutton op deze pagina of u kunt een e-mail sturen naar irene@spectrumadvocaten.nl. Wij zijn u graag van dienst!

Arbeidsrecht