De werkgever heeft een zorgplicht om te voorkomen dat een werknemer schade lijdt in de uitoefening van zijn werkzaamheden (artikel 7:658 BW). Over deze zorgplicht wordt met enige regelmaat geprocedeerd, aangezien altijd de vraag kan worden gesteld hoever die zorgplicht reikt in een desbetreffend geval.

Zo ook bij een arbeidsongeval waarover het Gerechtshof te Den Haag op 8 juli 2014 een arrest heeft gewezen. Een steigerbouwer is door een golfplaten dak gevallen bij het opbouwen van een steiger. De werknemer droeg in verband met de veiligheid wel een harnasgordel, maar hij was niet aangelijnd. De werknemer heeft de werkgever aansprakelijk gesteld voor de gevolgen van het ongeval.

Het artikel over de zorgplicht van de werkgever brengt niet mee dat er een absolute waarborg moet bestaan dat ongevallen uitblijven, ook bij niet risicovolle beroepen. Wel dient sprake te zijn van een hoog veiligheidsniveau van de werkruimte, werktuigen en gereedschappen en van de organisatie van de werkzaamheden. Van een werkgever kan worden verlangd toezicht te houden op de naleving van door hem gegeven instructies.

Het Hof is van oordeel dat de werkgever in het betrokken geval weliswaar een uitgebreid veiligheidsbeleid heeft, maar dat onvoldoende is gebleken dat de werkgever ter handhaving daarvan ook voldoende heeft gewaarschuwd voor de gevaren voor het werken op grote hoogte. De werkgever heeft onvoldoende toegezien op de naleving van de instructie te allen tijde aangelijnd te blijven bij het opbouwen van een steiger. Het moge zo zijn dat het risico op ongevallen nooit is uit te sluiten en dat de werkgever moeilijk op elk moment kan controleren of een werknemer is aangelijnd, maar dat neemt niet weg dat de werkgever een zekere mate van toezicht mag worden verwacht op de daadwerkelijke naleving van de veiligheidsinstructies in de praktijk, aldus het Hof. De werkgever is voor de gevolgen van het ongeval aansprakelijk. Zo had deze werkgever bijvoorbeeld de specifieke gevaren van de opdracht met deze werknemer moeten bespreken, naast het herhaaldelijk waarschuwen voor de risico’s.

In een procedure over werkgeversaansprakelijkheid die ik zelf heb gevoerd, kon mijn cliënt goed aantonen dat een onvoorzichtige werknemer die zijn vinger had beschadigd bij het uitvoeren van zijn werkzaamheden als metaalbewerker aan een zetbank, specifiek was geïnstrueerd over de wijze waarop met de zetbank diende te worden omgegaan en over de mogelijke consequenties indien dat bijvoorbeeld op onoplettende wijze wordt gedaan. In dat geval werd de werkgeversaansprakelijkheid dan ook door de kantonrechter afgewezen en dat vonnis werd in hoger beroep bekrachtigd.

Uit de wet en jurisprudentie volgt dat een werkgever een verregaande zorgplicht heeft in het kader van de veiligheid op de werkvloer. In dat verband wordt van een werkgever verlangd uitvoerige (veiligheids)instructies te geven. Maar daarnaast is het van belang dat aangetoond kan worden dat die instructies ook daadwerkelijk zijn gegeven. Het zou wrang zijn indien een werkgever zich aan alle vereisten houdt en dat hij toch aansprakelijk wordt gehouden voor schade als gevolg van een bedrijfsongeval alleen omdat hij niet kan aantonen dat hij aan zijn zorgplicht heeft voldaan.

Heeft u een vraag over dit blog, wilt u weten hoe u als werkgever aan uw zorgplicht kunt voldoen of heeft u als werknemer een vraag over werkgeversaansprakelijkheid, neemt u dan contact met ons op. Wij zijn u graag van dienst.

Arbeidsrecht